Occitaans schrijver, *3.5.1844 Malemort, ♱4.3.1901 Avignon. Gras was werkzaam als jurist.
Van 1891-1901 was hij de leider van de →Félibrige. In zijn epische poëzie toonde hij zich een epigoon van F.→Mistral, maar als prozaschrijver introduceerde hij de historische roman en novelle in de Occitaanse litteratuur. Werken: poëzie: Li carbounié (1876), Toloza (1882), Romancero prouvengau (1887); proza: Li papalino (1891), Lou catechisme dou bonfelibre (1892),Li rouge dóu Miejour (1896).