Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

geldig

betekenis & definitie

bn. (-er, -st), (van wetten, regels, rechten, bewijzen, uitspraken, redenen enz.) geschikt om te gelden, van kracht zijnde, wettig, aannemelijk, deugdelijk: die wet is niet meer die regel is hier niet -, geldt hier niet; dat bewijs is niet -, gaat niet op; in het bijzonder in toepassing op plaatsen toegangsbewijzen en dergelijke papieren die zeker recht geven; waarde hebbende, van kracht zijnde, binnen de bepaalde tijd of voor de gelegenheid waarvoor zij uitgegeven zijn: die retourbiljetten zijn twee dagen —; dat kaartje is niet meer —; abonnementen zijn voor dit concert niet —; (scherts.) geldige redenen, waarbij het geld een rol speelt.