Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gaper

betekenis & definitie

m. (-s),

1. iemand die gaapt; m.n. die herhaaldelijk geeuwt;
2. (in het bijzonder) iemand die uit nieuwsgierigheid of uit min of meer domme verwondering of verbazing met open mond stokstijf staat te kijken;
3. uit hout gesneden hoofd met gapende mond en vaak met uitgestoken tong, dat als uithangteken voor apotheken en drogisterijen geplaatst is; vandaar ook de winkel waarvoor zulk een kop hangt.

< >