Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

fontein

betekenis & definitie

[Lat. fons, bron], v./m. (-en),

1. inrichting om water krachtig en sierlijk te laten opspuiten, als ornament in tuinen, op pleinen enz., kunstmatige springbron;
2. het opspuitende water uit zo’n springbron; bij vergelijking ook van andere zaken die opspuiten of opspatten: een — van vuur.

De fontein is een zeer geliefd middel tot verfraaiing van openbare pleinen, parken of binnenplaatsen. De fontein kan in de wand aangebracht zijn of vrij staan; in het laatste geval bestaat zij dikwijls uit verscheidene bekkens boven elkaar. Fraaie fonteinen zijn bekend uit de Romeinse Keizertijd, uit het Byzantijnse Rijk, uit de Perzische en Moorse culturen. In de late gotiek kreeg de openbare fontein, die tevens diende voor de algemene watervoorziening, een bijzondere plaats als middelpunt van het stadsleven, die zij behield tot ver in de 19e eeuw. Beroemde fonteinen zijn bekend uit Italië (Rome), de Duitse landen (Bern), Engeland en Frankrijk.

LITT. G.B. Colonna, Röm. Brunnen (1941); W. Kreuwert, Der schöne Brunnen (1956); H.V. Morton, Waters of Rom (1966); E.E.

Pfannschmidt, Wasserspiele, Brunnen, Quellen und Fontanen (1967); P. Bouffard en R. Creux, Brunnen, Spiegel der Schweiz (1973).

< >