Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

flank

betekenis & definitie

v./m. (-en),

1. zijkant van de buik tussen onderste ribben en heup, alleen van dieren gezegd; gesloten of gevulde flanken, wanneer de afstand tussen de achterste rib en de uitwendige heupknobbel zeer kort is;
2. zijde van een schip; zijde, vleugel van een gebouw; (heraldiek) midden-zijkant van een schild;
3. (vestingbouw) zijlijn van een lunette, elke lijn die ten opzichte van een andere een inspringende hoek maakt en deze dus bestrijkt;
4. zijde van een strijdmacht die een hoek met het front maakt.

De flanken en de rug vormen de meest kwetsbare zijden van een strijdmacht. Indien de flanken van een strijdmacht niet beveiligd worden door een neveneenheid, is het noodzakelijk voor flankdekking te zorgen. Een dergelijke flankdekking heeft tot taak de opmars te beveiligen tegen onverwachte acties en grondwaarneming en, in geval van een met kracht ondernomen vijandelijke aanval, de hoofdmacht tijd en ruimte te verschaffen voor ontplooiing.