Wat is de betekenis van flanken?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

flanken

flanken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord flank

2024-04-26
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

flanken

(onov ww; flankte; h. geflankt) TU - oefening op voltigepaard (en balk) waarbij de turner met tweebenige bewegingen zijn lichaam van de ene zijde van de romp van het toestel naar de andere zwaait, afwisselend steunend op de linker- en de rechterhand, al dan niet de steunen van het voltigepaard vastpakkend

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Flanken

(flankte, heeft geflankt), (gew.) in de flank (6.) staan: die schaaltjes flanken niet.

2024-04-26
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Flanken

Flanken - gymnastische oefening, waarbij een zwaai of sprong over een toestel wordt uitgevoerd zoodanig, dat gedurende het zweven de linker- of rechterzijde van het lichaam naar de bovenzijde van het toestel is gekeerd.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Flanken

FLANKEN, (flankte, heeft geflankt), (gew.) in de flank staan, een harmonisch geheel vormen (van gelijksoortige voorwerpen die tegenover elkaar geplaatst zijn): die schaaltjes flanken niet.