Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

filter

betekenis & definitie

[middeleeuws Lat.filtrum, vilt], m./o. (-s),

1. toestel om een vloeistof of gas te zuiveren door deze door een medium te voeren die de te verwijderen stoffen tegenhoudt;
2. systeem om een deel van een elektromagnetisch of akoestisch spectrum af te zonderen: een geel —, zie optische filters;
3. filtersigaret.

AKOESTIEK. Een akoestisch filter bestaat uit een stelsel met lucht gevulde buizen, gaten en trilholten dat, aangebracht in of in verbinding met een kanaal waardoor geluid zich voortplant, bepaalde frequenties onderdrukt. Een dergelijke filter gedraagt zich analoog aan een elektronische filter. In de wiskundige behandeling dient men de akoestische massa’s van lucht in de smalle buizen te vervangen door zelfinducties, de lucht in trilholten door capaciteiten, terwijl volumesnelheid en akoestische druk vervangen moeten worden door elektrische stroom en spanning.

ELEKTRONIKA. Om de werking van een filter te kunnen beschrijven is het noodzakelijk het ingangssignaal ervan samengesteld te denken uit sinusvormige spanningsvariaties met verschillende frequenties en amplitudes (het fourierspectrum). De filter heeft dan voor elke component een zekere versterking of verzwakking. Dit kan worden weergegeven in een frequentiekarakteristiek (afb.). Filters worden opgebouwd met behulp van weerstanden, condensatoren, zelfinducties en soms versterkende componenten.

Onderscheiden worden:

1. laagdoorlaatfilter, die trillingen boven de grensfrequentie blokkeert;
2. hoogdoorlaatfilter, die trillingen beneden de grensfrequentie blokkeert;
3. bandfilter, die trillingen tussen twee frequenties doorlaat;
4. stopfilter, die trillingen tussen twee frequenties blokkeert. In radiotoestellen en bij draaggolftelefonie gebruikt men om op vele stations te kunnen afstemmen, filters waarbij de overgang tussen doorlaten en blokkeren steil verloopt; in geluidsversterkers gebruikt men wel geleidelijk verlopende (soms regelbare) filters, b.v. om de eigenschappen van de versterker of het weergeefelement aan die van het menselijk oor aan te passen (of als toonregeling).

TECHNIEK. Er zijn velerlei soorten filters in gebruik, ook in de chemie en de biologie (bacteriefilters). Het medium voor het afscheiden van vaste stoffen uit gassen of vloeistoffen, bestaat uit een poreuze stof, b.v. keramisch materiaal, filtreerdoek, filtreerpapier, filtreergaas. Zie filtratie.

< >