Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

Fielding

betekenis & definitie

Henry, Engels schrijver, *22.4.1707 Sharpham Park (Somerset), ♱8.10.1754 Lissabon. Fielding studeerde rechten te Leiden, schreef daarna verschillende blijspelen, had van 1735-37 een eigen schouwburg, begon daarna een advocatenpraktijk en was later vrederechter te Westminster.

Als romancier boekte Fielding meer succes dan als toneelschrijver. Hij schreef in een krachtige levendige stijl, voerde een grote bontheid aan figuren ten tonele en blonk uit in zijn karaktertekening. Werken: Joseph Andrews (1741; een parodie op Richardsons Pamela), Jonathan Wild (1742; schelmenroman), Tom Jones (1749; in 1963 verfilmd). Uitgaven: Works, door S.Lee (1905), Novels (10 dln. 1926).LITT. W.S. Cross, The history of H.Fielding (3 dln. 1919); F.H.Dudden, H.Fielding (2 dln. 1952); M. Praz, H.Fielding (1952); M.Irwin, H.Fielding, the tentative realist (1967); CJ.Rawson, H.Fielding (1968).

< >