Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Doekje

betekenis & definitie

o. (-s), kleine doek; (zegsw.) er geen doekjes om winden, het niet verheimelijken of verbloemen, ronduit ermee voor de dag komen; dat is maar een doekje voor het bloeden, een uitvlucht, een verzinsel, een mooi praatje om het pijnlijke van iets, m.n. een gezegde weg te nemen; (ook) waarachter men zijn spijt wil verbergen; een open-doekje, applaus bij open doek.

< >