1. vn. bw., op dat: het ligt daarop; de tafel en het kleed daarop;
2. voegwoordelijk bw., vervolgens, toen: daarop sloot hij de deur en ging naar bed; daarop sprak hij.
Gepubliceerd op 27-08-2021
betekenis & definitie
1. vn. bw., op dat: het ligt daarop; de tafel en het kleed daarop;
2. voegwoordelijk bw., vervolgens, toen: daarop sloot hij de deur en ging naar bed; daarop sprak hij.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: