afk.:
1. (handelsterm) debet;
2. Engelse en op het vaste land oude munt: denarius, penning, penny;
3. (recht) digesta, pandecten;
4. (receptuur; kookkunst) da, geef, of detur, men geve;
5. (chemie) dexter, rechts (een optimaal rechtsdraaiend atoom); (titulatuur) bij Spaanse namen don, heer, bij Portugese namen dom, heer.