d.d
de dato. (Latijn) de dato, van de datum, daterend van. Gevolgd door een exacte datum. Voorbeelden: 13.45 uur: Bespreking conceptverkiezingsprogramma t.b.v. de Tweede Kamerverkiezingen d.d. 9 juni 2010 en (eventueel) amendering, m.m.v. Kees Vendrik. http://amsterdam.groenlinks.nl/node/46526, 27 maart 2010 Uitslagen klav...