[➝Fr.] (construeerde, heeft geconstrueerd),
1. samenstellen, ineenzetten, bouwen;
2. volzinnen naar het gebruik en de regels van de taal samenvoegen;
3. meetkundige figuren volgens bepaalde gegevens in tekening brengen;
4. (taalkunde) uit gegevens en regels afleiden: een geconstrueerde vorm, een vorm die niet werkelijk is aangetroffen, maar volgens de wetten zo moet bestaan (hebben);
5. kunstmatig vormen: een geconstrueerd geval, dat niet werkelijk voorkomt.