construeren (konstrueren)
[➝Fr.] (construeerde, heeft geconstrueerd), 1. samenstellen, ineenzetten, bouwen; 2. volzinnen naar het gebruik en de regels van de taal samenvoegen; 3. meetkundige figuren volgens bepaalde gegevens in tekening brengen; 4. (taalkunde) uit gegevens en regels afleiden: een geconstrueerde vorm, een vorm die niet werkelijk is aangetroffen, maar volg...