[Lat.], o. (mv.), vergadering van Romeinse burgers, waarin zij een door de voorzittende magistraat als vraag ingediend voorstel (rogatio) konden aanvaarden of afwijzen. Men onderscheidde:
1. comitia curiata, naar de verdeling van het volk in 30 curiae, alleen toegankelijk voor patriciërs. Deze comitia beslisten over de koningskeuze; later verleenden zij het gezag aan de hoogste magistraten bij een lex curiata de imperio; tevens kwamen zij bijeen voor handelingen met een sacraal karakter (testament, adrogatio);
2. de comitia centuriata, die berustten op de verdeling van het volk in 193 cetituriae en op de Campus Martius werden gehouden. Voorzitter was één van de consuls, praetoren of censoren. Deze comitia bezaten bevoegdheid tot het kiezen van de hogere magistraten, beslisten over oorlog en vrede en hadden wetgevende bevoegdheid;
3. de comitia tributa, die zich langzamerhand dank zij hun snellere procedure wetgevende macht wisten te verwerven. Deze comitia berustten op de verdeling van het volk in 35 tribus; zij waren in de plaats getreden van de concilia plebis, de vergaderingen van het plebs. Als voorzitter fungeerden de volkstribunen of met hun toestemming de consuls. De comitia tributa benoemden de lagere magistraten en de volkstribunen.
LITT. E.S.Staveley, Greek and Roman voting and elections (1972).