Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Chef-staf

betekenis & definitie

m. (chefs-van-staven), in het algemeen hoofd van een militaire staf.

Chef van de generale staf, in Nederland het hoofd van het dienstvak van de generale staf. Tot 1945 was hij, in vredestijd, voornamelijk belast met het maken van plannen en het verrichten van researchwerkzaamheden op militair-operationeel terrein. Ook trad hij op als adviseur van de minister. In oorlogstijd trad hij op als chef van de staf van de opperbevelhebber of als opperbevelhebber zelf. Sedert 1945 is de chef van de generale staf de topfunctionaris in de militaire hiërarchie; hij treedt niet alleen op als adviseur van de minister, maar heeft ook de hoogste bevelsbevoegdheid bij de Koninklijke Landmacht. In 1954 werd de chef van de generale staf bij KB tevens aangewezen als bevelhebber der landstrijdkrachten.

In België heeft de chef van de generale staf een overeenkomstige functie in de Belg. land-, lucht- en zeemacht.

Chef marinestaf, bij de Ned. Koninklijke Marine de hoogste autoriteit. Hij treedt op als adviseur van de minister in marine-aangelegenheden. In 1949 werd zijn functie samengevoegd met die van bevelhebber der zeestrijdkrachten, welke reeds in 1939 was ingesteld.

Chef van de luchtmachtstaf, bij de Ned. Koninklijke Luchtmacht de hoogste autoriteit. Hij treedt op als adviseur van de minister. In 1954 werd de chef van de luchtmachtstaf per KB tevens benoemd tot bevelhebber der luchtstrijdkrachten.

< >