chef-staf
chef-staf - Zelfstandignaamwoord 1. hoofd van een groep leidinggevende personen (een leidinggevende van leidinggevenden) ♢ Trump had als „ruimhartige man” de telefoon opgenomen toen Tsai belde, zei hij in een tv-interview. „Het was een beleefdheidsgesprekje.” Dat bleek snel niet te kloppen. De bedachtzame Tai...