Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Cantor, georg

betekenis & definitie

Duits wiskundige, *3.3.1845 SintPetersburg, ♱6.1.1918 Halle. Hij studeerde te Zürich, Göttingen en Berlijn en promoveerde in 1867.

In 1872 werd hij hoogleraar te Halle.Cantor is de grondvester van de verzamelingsleer ‘Mengenlehre’, die hij in 1879 en later publiceerde en waarin hij beschouwingen over het oneindige gaf. Cantor heeft ook over andere onderwerpen uit de algebra en analyse geschreven en o.a. een theorie van het irrationale getal gegeven. Werk: Gesammelte Abhandlungen (1932).

< >