m., het bedrag of het totaal aan goederen dat door (de familie van) een man betaald wordt aan de familie van zijn bruid.
Het instituut van de bruidsprijs treft men over de hele wereld aan. In West-Europa kwam het voor in de oudheid en in de middeleeuwen. Het meest uitgesproken komt het echter voor in Afrika ten zuiden van de Sahara. Veelal wordt de bruidsprijs niet in één keer afgedragen, maar over een lange periode in termijnen betaald. In sommige maatschappijen gaat het om een vast bedrag, elders wordt over de hoogte ervan onderhandeld, die vaak afhankelijk is van de positie van de familie van de bruid. De bruidsprijs moet meestal in traditioneel bepaalde goederen voldaan worden, b.v. de lobola van de Bantoes, die bestaat uit vee.
In sommige samenlevingen is de bruidsprijs vervangen door een diensthuwelijk. De bruidegom moet dan gedurende een bepaalde tijd voor de vader van de bruid werken, voordat het huwelijk legaal is. Dat voor een vrouw een bruidsprijs betaald wordt, betekent in het overgrote deel van de gevallen volstrekt niet dat zij als handelswaar gekocht wordt. Zij heeft zelfs in niet weinig maatschappijen waarin de bruidsprijs voorkomt een relatief gunstige positie en het feit dat voor haar een bruidsprijs is betaald, kan een element van bescherming voor haar inhouden. Aan de andere kant valt niet te ontkennen dat een dergelijke transactie vaak een commercieel element bezit. De bruidsprijs is dus geen koop, maar dient als huwelijksakte: hij legaliseert het huwelijk, en pas na volledige betaling van de bruidsprijs behoren de uit het huwelijk voortgesproten kinderen tot de clan van de man.
De bruidsprijs kan men voorts zien als een uiting van erkentelijkheid en onderdanigheid jegens de familie van de bruid alsook een vergoeding voor het verlies van haar werkkracht en potentieel procreatief vermogen. Tenslotte legt de bruidsprijs een band tussen de wederzijdse families: hij wordt meestal bijeengebracht door vele leden van de clan van de man en verdeeld over een groot aantal clanleden aan de vrouwskant.
Niet overal vervult de bruidsprijs al deze functies, en de hoogte van het bedrag hangt samen met het aantal functies. Zo is in matrilineaire maatschappijen, waar de kinderen niet behoren tot de clan van de vader, de bruidsprijs meestal ook gering. Zending en missie hebben zich aanvankelijk heftig gekant tegen de bruidsprijs, maar zijn in een aantal gevallen op hun tegenstand teruggekomen, omdat het verbod van de bruidsprijs het huwelijk minder stabiel bleek te maken. Toch verdwijnt het instituut van de bruidsprijs langzaam uit de meeste samenlevingen, niet in de laatste plaats onder druk van de jonge mannen, die in de afschaffing van de bruidsprijs een grote verlichting en bevrijding van de soms knellende familiebanden zien.
LITT. A.Philips, Survey of African marriage and family life (1953); P.Gregorius, Sociologie van de niet-westerse volken. Verwantschap en huwelijk (1965); V.L.Grottanelli (red.), Het leven der volken IX (1969).