o. (-s), vlakke ijzeren plaat die men bij het vervaardigen van hol glas tegen de bodem houdt om die vlak te maken.
bo'demkaartv./m. (-en), kaart die de bodemgesteldheid van een gebied weergeeft.
Behalve op zeer eenvoudige bodemkaarten worden de onderscheidingen op bodemkaarten, de kaarteenheden (bodemtype), doorgaans aangegeven door gekleurde vlakken die van een code (symbool) zijn voorzien en door bodemgrenzen van elkaar worden gescheiden. Vaak zijn bovendien door signaturen bepaalde bijzonderheden aangegeven. De legenda van bodemkaarten vermeldt de betekenis van de gebruikte coderingen en signaturen, die vollediger omschreven zijn in het bodemkundig rapport, waarin de resultaten van de bodemkartering en andere van belang zijnde gegevens van het betrokken gebied beschreven zijn. Ten behoeve van de toepassing kunnen uit bodemkaarten en andere beschikbare gegevens kaarten worden afgeleid voor een speciaal doel. Voorbeelden zijn: zanddieptekaarten, veendiktekaarten, bodemgeschiktheidskaarten voor land-, tuin- en bosbouw, grondverbeteringskaarten.
De schaal van een bodemkaart kan variëren van 1:2500 tot 1:5000 (bij kaarten van afzonderlijke tuin- of landbouwbedrijven), en van 1:10000 tot 1:25 000 (bij die voor ruilverkavelingen en uitbreidingsplannen). Deze beide soorten kaarten worden doorgaans in geringe oplaag met de hand vervaardigd. Gedrukte kaarten verschijnen met een heel gamma van kleinere schalen, uiteenlopend van 1:20000 tot 1:75 000 000. Van geheel Nederland werden bodemkaarten gepubliceerd, o.a. op schalen 1:400000 (1950, 1 blad), 1:200000 (1961, 9 + 2 bladen), 1:50000 (1964, begin van een serie van 111 bladen, waarvan er inmiddels ca. 30 zijn verschenen), 1:600000 (1965, 1 blad), 1:1000000 (1966, 1 blad).
In België zijn ca. 300 van de 450 bladen van de Bodemkaart van België, schaal 1:20000, verschenen. Verder bestaan er verschillende verzamelkaarten op de schalen 1:40000 en 1:60000. Een bodemassociatiekaart, schaal 1:500000 (1970), is in de losbladige Atlas van België opgenomen.