bn. en bw. (-er, -st),
1. (van personen) rechtvaardig en redelijk; (van zaken) overeenkomende met of voortvloeiende uit redelijke rechtvaardigheid; zó als naar algemene maatstaven behoorlijk is op grond van de omstandigheden: een billijk oordeel; dat is niet meer dan billijk handelen; hij was nogal in zijn eisen; een billijke prijs, schappelijk;
2. rechtmatig: billijke verwachtingen;
3. (bw.) met reden.