Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 21-03-2019

Betalingsbalans

betekenis & definitie

v./m., samenvattend overzicht van alle economische transacties die gedurende een jaar zijn geschied tussen een bepaald land en het gehele buitenland.

De betalingsbalans kan geadministreerd worden op transactiebasis, d.i. volgens de werkelijke verrichtingen, en op kasbasis, d.i. volgens de betalingen. Zij omvat vijf onderdelen:

de handelsbalans: hierop staat debet het totaal van alle invoeren van stoffelijke goederen; credit staat het totaal van alle uitvoeren van stoffelijke goederen.

de diensten balans: deze vermeldt debet de diensten die het buitenland heeft bewezen in de vorm van vervoersdiensten, toerisme van eigen inwoners in het buitenland enz.; credit staan de diensten, aan het buitenland bewezen.

de kapitaalopbrengstenbalans: de ze bevat debet de aan het buitenland betaalde kapitaalopbrengsten (interest en dividend) en credit de van het buitenland ontvangen kapitaalopbrengsten. de kapitaalbalans: hierop staat debet de uitvoer van kapitaal naar het buitenland, en credit de invoer van kapitaal uit het buitenland (de kapitaal bewegingen kunnen nog worden onderscheiden in vrijwillige, d.i. de normale kredietverlening op grond van economische en/of politieke factoren, en niet-vrijwillige kredietverlening uit hoofde van een materieel betalingsbalanstekort).

de goudbalans: deze vermeldt debet de invoer van monetair goud en credit de uitvoer van monetair goud.

De onderdelen 1 t/m 3 noemt men tezamen de lopende rekening. Het is van belang of de betalingsbalans van een land al dan niet in evenwicht is. De onderdelen van de betalingsbalans behoeven stuk voor stuk volstrekt niet in boekhoudkundig evenwicht te verkeren, maar de betalingsbalans als geheel verkeert wèl altijd in boekhoudkundig evenwicht (formeel evenwicht). Zo kan een tekort op de handelsbalans (importsaldo op de handelsbalans) worden gecompenseerd door een surplus op de andere onderdelen van de betalingsbalans (nl. een exportsaldo op de dienstenbalans, en/of de kapitaalopbrengsten balans, en/of de goudbalans, en/of een importsaldo op de kapitaalbalans).

Wijst de kapitaalopbrengstenbalans van een land een debetsaldo aan, dan heeft dat land meer betalingen wegens interest en aflossing aan het buitenland verricht dan het op dezelfde gronden heeft ontvangen. Het land heeft dus een netto kapitaalschuld aan het buitenland en wordt daarom een debiteur-staat genoemd. In het tegengestelde geval spreekt men van een crediteurstaat.

Naast dit boekhoudkundig of ‘formele’ evenwicht van de betalingsbalans, dat er altijd is, staat voor eerst het evenwicht op de lopende rekening en vervolgens het zgn. materiële evenwicht. Het evenwicht op de lopende rekening ontbreekt indien de optelsom van de debetposten van de lopende rekening kleiner of groter is dan de optelsom van de credit posten op de lopende rekening. Ook het materiële evenwicht behoeft er volstrekt niet altijd te zijn. Als men zegt, dat de betalingsbalans van een land ‘niet in evenwicht is’, dan bedoelt men dat het materiële evenwicht ontbreekt. Het materiële evenwicht ontbreekt indien het formele evenwicht is verkregen met gebruikmaking van een sluitpost.

Zo zal de betalingsbalans van een land een (materieel) tekort vertonen als het formele evenwicht tot stand is gekomen dankzij een niet-vrijwillige invoer van kapitaal en/of een uitvoer van goud; de niet-vrijwillige kapitaalbewegingen en de goudbewegingen fungeren als sluitposten. Zij vloeien nl. niet voort uit de vrije disposities van economische subjecten.

POLITIEK.

Het beleid van de overheid richt zich op het instandhouden -. doch meestal het tot stand brengen - van het betalingsbalansevenwicht. Men kan hier een directe en een indirecte beïnvloeding van het goederen en dienstenverkeer en van het kapitaalverkeer onderscheiden, zowel via de hoeveelheden als via de prijzen van de internationale transacties.

De directe beïnvloeding van de hoeveelheden vindt plaats door een stelsel van contingentering van de verschillende soorten transacties, de directe beïnvloeding van de prijzen door in voerrechten en door devaluatie en revaluatie. In het algemeen kan men stellen dat de vrijheid van de Ned. en Belg. overheid in de directe beïnvloeding door internationale verdragen als het General Agreement on Tariffs and Trade (GATT) en door de EG is geconsolideerd respectievelijk tenietgedaan. De indirecte beïnvloeding van de hoeveelheden in de sfeer van het goederen en diensten verkeer geschiedt door beïnvloeding van de beste dingen. Door beperking van de bestedingen zal de invoer een dalende tendens vertonen en komt van het nationale produkt meer beschikbaar voor export, waardoor de betalingsbalans een verbetering ondergaat.

Bij een structurele afzetstagnatie kan de overheid door maatregelen van exportbevordering de uitvoer stimuleren. De indirecte beïnvloeding van de prijzen kan plaatsvinden door een versnelde aanpassing van de binnenlandse prijzen en lonen aan de buitenlandse. In Nederland neemt de Centrale Bank het standpunt in dat minimaal gestreefd dient te worden naar een overschot op de lopende rekening van f 1,25—1,5 mrd., teneinde daaruit de structurele behoefte aan deviezen, voortvloeiend uit de te verstrekken ontwikkelingshulp, te financieren en tegelijkertijd een materieel evenwicht te realiseren. [drs.H.Kraaijeveld] Litt. F.de Roos, Theorie van de internationale economische betrekkingen (1971).