1. het beschadigen 2. toegebrachte schade; plaats waar iets beschadigd is; (zeewezen) averij.
In het burgerlijk recht is beschadiging elke onrechtmatige daad, waardoor aan een ander schade wordt toegebracht, hetgeen degenen door wier schuld die schade veroorzaakt is in de verplichting stelt om dezelve te vergoeden (art. 1401 Ned. BW). In het strafrecht is beschadiging het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van enig goed of dier, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort.
Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaar is strafbaar, hij die spoorweg-, telegraaf-, telefoon- of elektriciteitswerken, werken dienend tot waterkering of waterlozing, gas- of waterleiding of riolen, opzettelijk en wederrechtelijk beschadigt, vernielt of onbruikbaar maakt. Als aan iemands schuld te wijten is, dat bovengenoemde werken onbruikbaar raken, is het strafmaximum een maand of f 200,(artt. 350—354 Ned. WStr). België: vernieling.