Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Bankier

betekenis & definitie

v./m. (-s), persoon die als particuliere ondernemer bankzaken drijft, zoals het verstrekken van kredieten, de aan- en verkoop van effecten, en als zodanig met zijn gehele particuliere vermogen daarvoor aansprakelijk is.

In deze enge zin opgevat komt de bankier in Nederland en België nog maar sporadisch voor, gezien de enorme omvang die het bankbedrijf heeft aangenomen. Vandaar dat men in het spraakgebruik veelal een ruimer begrip hanteert: al die personen die krachtens een directeursfunctie bij een bankinstelling zich met bankzaken bezighouden. Bankier wordt als term soms gehanteerd ter onderscheiding van kassier. De kassier neemt geld in bewaring, waarmee de bankier actieve kredietverlening bedrijft.

In België wordt vooral dit laatste begrip gehanteerd. Voordat een bankier zijn activiteiten magbeginnen, moet hij zich als zodanig laten inschrijven bij de Bankcommissie.