bn. en bw. (-lozer, -t), onschuldig; aan geen kwaad denkend, niets kwaads vermoedend: een argeloos meisje; een argeloos dier, niet denkend aan het gevaar dat het bedreigt; ook van hoedanigheden, gezindheden, handelingen enz. gezegd, waarbij men te kennen wil geven dat de persoon aan wie zij worden toegekend aan geen kwaad denkt: de argeloze en vrolijke lach waarmee zij hem begroette; bw. zij zag hem argeloos aan.
Uitgelicht
Wekelijks trending en actuele woorden ontvangen in je mailbox? Schrijf je net als 2.112 anderen in!