[Gr. apataein, bedriegen, daar dit mineraal vroeger nogal eens met andere verwisseld werd], o. (g. mv.), groep van mineralen, waarvan de voornaamste zijn fluorapatiet, pyromorfiet, vanadiniet en mimetesiet.
Apatiet, Ca5(PO4)3(OH,F,Cl), heeft een hexagonale, bipiramidale kristalstructuur. De PO4-groepen vormen tetraëders met zuurstofatomen in de hoekpunten en een koolstofatoom in het centrum. De PO4-groep is vaak vervangen door de SiO4-groep. Het in beenderen voorkomende minerale bestanddeel is een apatiet waarin Cl door CO3 is vervangen. Apatiet komt het meest voor in metamorfe gesteenten.