Aäron, Oudtestamentisch figuur, broeder van Mozes, uit de stam van Levi, hoofd van de Israëlitische priesterschap: de eerste hogepriester; de priesters worden dan ook soms aangeduid als: ‘zonen van Aäron’ of: ‘huis van Aäron’. Bij de uittocht van Israël uit Egypte en de wetgeving op de Sinaï hielp hij Mozes. Zijn grotere vaardigheid in het spreken schonk hem de naam: mond van Mozes of: profeet. De oudere verhalen tekenen Aäron meer als Mozes’ helper, de jongere als hogepriester en stichter van de priesterschap; gezalfd door Mozes (Leviticus 8), bekleedden Aäron en zijn vier zoons (Numeri 3) door hun wijding een hoger ambt dan de overige Levieten.
LITT. A.H.J.Gunneweg, Leviten und Priester (1965); E.Auerbach, Das Aharon-Problem (in: Suppl. Vetus Testamentum 17, 1969).