aan'recht, o. (-en), smalle, vaste werkbank langs één of meer wanden in de keuken, waarop spijzen worden gereedgemaakt of klaargezet en andere keukenwerkzaamheden verricht.
Aanrecht en gootsteen vormen het werkcentrum in de keuken. Een modern aanrechtblad dient van voorkant tot muur tenminste 50 cm, bij voorkeur 60 cm diep te zijn; vervaardigd van duurzaam krasvast, goed te onderhouden en tegen hitte en huishoudelijke chemicaliën bestand materiaal met naadloze verbindingen, en met een waterhol of kleine verhoging langs de voorzijde tegen afdruipen van water. Tussen kooktoestel en gootsteen moet zich een aanrechtblad bevinden, van minsten 50 cm, liever 90 cm tot 120 cm lang. Onder het blad, op een goede hoogte aan te brengen ter voorkoming van werken in gebogen houding, bevinden zich bergruimte in kasten en laden, alsmede een uittrek- of draaibaar werkvlak opdat men zittend kan werken.
