aan'gezichtsligging, v. (-en), bepaalde ligging van het kind bij de geboorte.
Bij de geboorte ligt de foetus meestal in een gekromde houding (flexieligging), waarbij het achterhoofd vóór ligt (zie achterhoofdsligging). Is de rug minder sterk gekromd dan kan een kruinligging optreden, maar treedt er nog meer strekking op (deflexieligging) dan presenteert het kind zich met het aangezicht als voorliggend deel. Bij een normaal bekken geeft een aangezichtsligging weinig moeilijkheden. Is tangverlossing nodig, dan zal men proberen door correctie met de hand tot een achterhoofdsligging te komen. Meestal lukt dit niet en in dat geval is een keizersnede geïndiceerd.