S. babylónica X S. frágilis Synoniem: S. petzóldii var. péndula HORT..
Deze mooie treurwilg komt in ons land zeer weinig voor; het is een middelhoge boom met brede kroon en sterk hangende takken. Twijgen niet glanzend, grijsbruin en aanvankelijk aan de top een weinig behaard; bladsteel 8-14 mm; bladeren bovenzijde donkergroen, onderzijde grijs-groen of enigszins blauw met scherp afstekende middennerf, lancetvormig, soms lang-lancetvormig, aan krachtig groeiende twijgen aan de top smaller dan aan de voet der twijg, bladvoet bijna afgerond of een weinig smaller toelopend, top met korte, spitse punt. In cultuur alleen vrouwelijke planten.