P. anguláta X P. trichocárpa Jonge twijgen geelgroen, met verspreid staande lenticellen; aan de top, evenals de knoppen en jonge bladeren, een weinig kleverig. Bladeren bovenzijde donkergroen, onderzijde grijsgroen, zeer verschillend van vorm, meestal eivormig of breed eivormig met zwak hartvormige bladvoet, soms echter ook afgerond of bijna wigvormig toelopend; bladstelen veelal rond.
Of deze populier toekomst heeft als sierboom of houtwaarde heeft, is onzeker, daar deze bastaard nog onvoldoende bekend is.