N.-China, Mantsjoerije; 4 m.
Synoniem.: Ligustrína amurénsis REG..
Hoog opgroeiende struik met grijze takken; twijgen bruin met lichte lenticellen; bladstelen 1,5-2,5 cm lang; bladeren 5-12 cm lang, eivormig, met plotseling toegespitste top, meestal afgeronde bladvoet, bovenzijde donkergroen, kaal, onderzijde blauw-groen, eerst zeer spaarzaam behaard, later kaal.
Bloeit in Juni met witte, riekende bloemen in tot 15 cm lange pluimen; kroonbuis weinig langer dan kelk; kroonlobben meestal teruggeslagen; vrucht tot 8 cm lang, stomp.
S.a. var. japónica FR. et SAV., synoniem.: S.japónica DCNE, Ligustrina amurénsis var. japónica MAXIM..
Hoge opgaand groeiende struik of kleine boom met kale, grijze twijgen met geel-bruine knoppen, eivormige, aan de onderzijde behaarde bladeren, in Juni bloeiend met witte, naar die van Ligústrum ruikende bloemen in grote pluimen. Twijgen glanzend olijfgroen, aan de top iets bruin getint;
bladstelen 1-2 cm lang, behaard; bladeren 5-14 cm lang, met spitse of lang toegespitste top, afgeronde of soms zwak hartvormige bladvoet, bovenzijde kaal, donkergroen, onderzijde zeer lang behaard blijvend, lichtgroen. Bloemen crème-wit, met behaarde kelk; kroonbuis tot 12 mm lang; vrucht 12-20 mm lang, spits.
