Spaanse brem Spanje, Portugal; 2 m.
Synoniem: Spartiánthus júnceus LK, Genísta júncea LAM..
De Spaanse brem wordt bij ons een vrij hoge, losse, opgaand groeiende struik met heldergroene, ronde, iets gestreepte twijgen, met weinig of bijna geen bladeren, in Juni-Juli, soms later bloeiende, met grote, heldergele bloemen in losse, eindstandige trossen, bij ons zeer vaak tot de grond afvriezend en dan in het voorjaar opnieuw uitlopend.
Jonge twijgen aan de top zijdeachtig behaard; bladeren gewoonlijk alleen aan de jonge twijgen, tot bijna 2 cm lang, blauwgroen, lancetvormig, spoedig afvallend. Bloemen tot 2,5 cm lang, ruikend; peulvrucht 5-10 cm lang, lijnvormig, veelzadig, zijdeachtig behaard.
Verlangt een zonnige, beschutte standplaats en niet te vochtige, kalkrijke zandgrond. Kweekwijze: van zaad.