Gepubliceerd op 15-03-2019

Sórbus lanáta SCHAUER

betekenis & definitie

Himalaya; 3-5 m.

Synoniem: Pýrus kamounénsis WALL..

Meestal struikvormig opgroeiend, met eerst dicht behaarde twijgen, later kaal, iets glanzend rood-bruin, met talrijke zeer kleine lichte lenticellen en stomp-eivormige weinig schubbige kale of zeer spaarzaam behaarde knoppen. Bladeren 10-18 cm lang, omgekeerd-eivormig, scherp dubbel-, soms ingesneden gezaagd, of zwak gelobd, bovenzijde glanzend olijfgroen, kaal of zwak behaard, onderzijde dicht witviltig behaard, later iets verkalend, doch zilverachtig wit. Bloeit in Mei in weinigbloemige behaarde tuilen;

kelkbladen lancetvormig, aan de buitenzijde behaard; kroonbladen omgekeerd-eivormig; stijlen 2-3, tot op de helft dicht behaard; vruchten rondeivormig, tot ongeveer 2 cm in diameter, eerst groen, later oranje-rood.

Een van de mooiste zilverbladige meelbessen uit deze groep, doch of deze bij ons voldoende winterhard is, betwijfel ik. REHDER geeft als een der kenmerken van deze soort het versmallen der kroonbladen; ik heb dit nimmer waargenomen; van de door mij geziene exemplaren waren de kroonbladen omgekeerd-eivormig, met afgeronde top, ongeveer 6-8 mm lang.

< >