Rondbladige struikwinde O.N.-Amerika; 4-6 m.
Twijgen kantig, takken bijna rond met gekromde stekels bezet; bladstelen 8-10 mm met twee, enigszins roodgetinte ranken; bladeren 6-10 cm lang, bovenzijde glanzend groen, breed-eivormig, soms breder dan lang, top plotseling kort toegespitst, bladvoet zwak hartvormig of bijna afgerond, nerven scherp afstekend, een weinig rood aangelopen, aan de onderzijde intensiever gekleurd; vruchten zwart, blauw berijpt, 4-6 mm diameter.
De rondbladige struikwinde is een van de weinige soorten, welke in ons klimaat kunnen worden aangeplant; het is een bezwaar, dat deze plant zeer veel worteluitlopers maakt.