N.-Mexico, Californië; 1,5 m.
Bij ons winterhard, geschikt voor vochtige gronden en halfschaduw, een tamelijk dichte struik vormend met gestekelde twijgen; stekels alleenstaand of 3-delig, tot 12 mm lang. Bladeren 1,5-3 cm in diameter, zeer dun, tamelijk diep ingesneden getand, bladvoet hartvormig, bovenzijde dofgroen, kaal, onderzijde spaarzaam behaard. Bloeit in Mei met oranje-rode bloemen aan zeer korte bloemsteel meestal alleenstaande, soms 2 bijeen, en met deze aan de voet bijna geheel omvattend klein schutblaadje; kelkbuis iets borstelig behaard; kelkslippen spoedig teruggeslagen; stijlen geheel kaal; vruchten 1-1,5 cm lang, bijna rond, zwart-rood, dicht borstelig gestekeld.