Japan 2-3 m.
Bij ons een zeer langzaam groeiende, bijna ronde struik vormend met smal lancetvormige bladeren, aan de bovenzijde duidelijk netaderig met sterk verdiepte hoofdnerf en ingerolde rand, Mei-Juni bloeiend met in de knop rose-rode, later violet-rose bloemen, in losse tuilen. De bloemen gelijken op die van Rh. smirnówii, maar zijn mijns inziens niet zo mooi en het lijkt mij om zijn zeer smalle, scherp gepunte bladeren meer een decoratieve struik te zijn.
Deze zijn 7-14 cm lang, dof donkergroen, onderzijde dicht bruinviltig behaard. Bloemen in Mei-Juni aan korte, viltig behaarde stelen, tot 6 cm in diameter, aan de binnenzijde iets rood gevlekt; vruchtbeginsel en voet der meeldraden behaard.
Deze soort wordt nogal eens verwisseld met Rh. degroniánum CARR., onderscheidt zich echter van deze door een 7-delige bloemkroon.
