Gepubliceerd op 15-03-2019

Rhododéndron máximum L

betekenis & definitie

O.N.-Amerika; 3 m.

De grootbladige Rhododéndron komt bij ons zeer zelden voor, hoewel hij op een beschutte halfbeschaduwde plaats zeer waarschijnlijk wel winterhard is.

Deze soort komt in Pennsylvanië en Carolina voor tot op een hoogte van 1000 m en vormt dan een boomachtige struik, die tot 10 m hoog kan worden. Bijzonder opvallend is deze soort door de zeer grote, tot 25 cm lange bladeren, terwijl de bloeitijd valt in een tijd, dat bijna alle Rhododéndron's zijn uitgebloeid.

De relatief kleine, rose bloemen zijn in knop violet-rood en staan in compacte, eindstandige tuilen, welke gewoonlijk hoger dan breed zijn. Twijgen behaard;

bladeren kort gesteeld, 10-25 cm lang, elliptisch of omgekeerd ei-lancetvormig, bovenzijde glanzend donkergroen, onderzijde eerst gnjsviltig, later bijna kaal en vaak roestkleurig getint. Bloeit Juni-Juli; bloemkroon 3-5 cm in diameter, diep gelobd met groen-gele vlekken; bloemsteel en vruchtbeginsel klierachtig behaard.

< >