Mediterrane-gebied; 4-6 m.
Groenblijvende struik, met kortgesteelde eitot eilancetvormige bladeren, in Mei-Juni bloeiend met zeer kleine groenachtig witte bloemen in korte trossen, die in het najaar worden opgevolgd door kleine blauw-zwarte vruchten.
Bladeren 2-4 cm lang, bovenzijde glanzend donkergroen, onderzijde lichtgroen, kaal, met spitse of toegespitste top en afgeronde bladvoet, bladrand gedeeltelijk gaaf, gedeeltelijk gezaagd, bladsteel 4-6 mm lang.
Bloemen 5-tallig; stijl 3-delig; vruchten bijna rond, 5-6 mm lang.