Echte balsempopulier Canada, N.-Amerika; 25-30 m.
Synoniem: P. balsamífera DUROI.
Stam en takken grijs-bruin, jonge twijgen kastanjebruin, aan de top enigszins kantig en evenals de knoppen met een harsachtige stof omgeven; bladstelen 3-5 cm lang, rond; bladeren 7-12 cm lang en 3-5 cm breed; bovenzijde glanzend groen met licht gekleurde hoofdnerf, onderzijde min of meer wit, gewoonlijk eivormig of lang-eivormig, aan sterk groeiende exemplaren soms breed ei-vormig, bladvoet afgerond, naar de top gelijkmatig toelopend; ♀ katjes bijna twee maal zo lang als de ♂. De echte balsempopulier komt op onze kwekerijen bijna niet voor; wat vroeger onder deze naam werd verkocht, was bijna altijd P. cándicans of de ,,Ontario”-populier, soms ook P. trichocárpa. Slechts zelden ziet men hiervan mooie bomen; in de duinstreken vindt men de balsempopulier nog wel aangeplant in struikvorm of als kleine boom.
P. jáckii SARG. (P. tacamaháca X P. deltoídes), Synoniem P. baileyána HENRY, heeft breed-eivormige bladeren met lang toegespitste top en hartvormige bladvoet, de rand groot getand en doorschijnend gezoomd.