Opgaand groeiende, zomer- en wintergroene struiken met kleine, zeer kort gesteelde bladeren; bloemen zeer klein, kruikvormig, okselstandig, alleenstaand of in weinigbloemige bundels; meeldraden 10, de helmhokjes met korte aanhangsels; vruchtbeginsel 5-hokkig; vruchtkelk klein, droog, de besvrucht slechts aan de voet omsluitend.
Van het geslacht Pernéttya zijn ongeveer 25 soorten bekend, meest alle inheems in Midden- en Zuid-Amerika; slechts enkele hiervan zijn bij ons winterhard, waaronder P.mucronáta en de talrijke vormen hiervan, die om de mooie besvruchten worden gekweekt. Men kweekt de soorten en de hierbij behorende vormen van zomerstek in de koude bak, zelden van zaad.
