Bomen of hoog opgroeiende struiken; twijgen met zwak geladderd merg, soms hol; knoppen beschubd;
bladeren overstaand, enkelvoudig, gaaf of zwak gelobd; bloemen trompetvormig in eindstandige trossen; kelk en kroon 5-delig; 4 vruchtbare meeldraden; doosvrucht.
Men kweekt Paulównia van zaad.