Gepubliceerd op 14-03-2019

Magnólia macrophýlla MICHX

betekenis & definitie

Grootbladige magnolia O. N.-Amerika; 10-15 m.

Hoge struik of kleine boom, welke zich zeer spoedig vertakt en dan een brede kroon vormt. Bladeren gewoonlijk tot 45 cm lang en tot 18 cm breed, aan jonge struiken soms tot 70 cm lang, bovenzijde fris groen, kaal, onderzijde licht blauw-groen, behaard, elliptisch of ovaal, soms breed-ovaal, met toegespitste top, bladvoet geoord; bloemen bekervormig, wit, kroonbladen 12 tot 20 cm lang, onaangenaam riekend, omgekeerd eivormig en aan de binnenzijde met bruinrode vlekken.

< >