M. N.-Amerika; 1-2 m.
Een bij ons halfgroenblijvende struik, rechtop groeiend met 2-4 cm lange, lijn-lancetvormige, blauw-groene bladeren, onderzijde lichtgroen getint. Bloeit zeer rijk in eindstandige tuilen met goudgele, stervormige bloemen, 12-15 mm in diameter. Meeldraden talrijk, niet in bundels; stijlen 3.