N.-Zeeland; 1,50-2 m.
Bij ons wordt dit groenblijvend struikje nog zelden gekweekt; uiterlijk lijkt het wel enigszins op Lonicéra piláta; het wordt eveneens een breed uitgroeiend struikje. Jonge twijgen behaard; bladeren 1,5-2 cm lang, lederachtig, donkergroen, omgekeerd eivormig met gave bladrand of even aan de top ingesneden;
bloemen zeer kort gesteeld, uit de bladoksels van vorig jaar gevormde twijgen, in April reeds verschijnend, min of meer geel, zeer klein en alleenstaande of enige bijeen; vrucht een witte bes, ruim 5 mm in diameter.