Japan, China; 3-6 m.
De pluimvormig bloeiende Hydrangéa is een van onze mooiste in de zomer bloeiende struiken, die echter in tegenstelling met de hieronder beschreven variëteit grandiflóra zeer weinig wordt aangeplant. Toch is deze soort voor groepen of solitair in grote parken en tuinen zeer aan te bevelen en zijn mijns inziens de lossere, meer gerekte bloempluimen mooier dan de meer dicht opeengedrongen bloeiwijze van de hierboven genoemde variëteit. Evenals de meeste soorten van de geslachten Buddléia, Hyperícum enz., bloeit ook Hydrangéa paniculáta aan dit jaar gevormde twijgen, zodat als regel hierop de wintersnoei wordt toegepast om grotere bloemen of bloempluimen te kunnen verkrijgen. Nodig is dit allerminst, daar ongesnoeide struiken wel kleinere bloempluimen voortbrengen, doch gewoonlijk rijker bloeien, terwijl dan de struik een meer natuurlijke vorm verkrijgt en de hierboven genoemde hoogte kan bereiken.
Twijgen eerst behaard, later kaal, grijs-bruin; bladstelen tot 3 cm lang; bladeren 5-15 cm lang, langwerpig-eirond, top toegespitst, blad voet afgerond of wigvormig toelopend, rand gezaagd, bovenzijde donkergroen, kaal of zeer spaarzaam behaard, onderzijde langs de nerven blijvend behaard. Bloeit Augustus-October in eindstandige, tot 30 cm lange pluimen;
bloemen niet alle steriel, de laatste 2-3 cm in diameter eerst met witte, later enigszins rood gekleurde kelkbladen.
H.p.var.grandiflóra SIEB. wijkt van de soort af door grotere en bredere bloempluimen, de bloemen bijna alle steriel en dicht opeen gedrongen, eerst groen-wit, later naar rose af bloeiend. Deze grotere bloempluimen verkrijgt men alleen aan sterk teruggesneden struiken, die gewoonlijk in grote groepen zeer dicht bijeen worden geplant en dan niet hoger worden dan 1-1,5 m. Vrijstaande, ongesnoeide struiken kunnen tot 3 m hoog worden en bloeien zeer rijk in kleine, eindstandige bloempluimen.
Soort en variëteit worden van stek gekweekt; de soort van winterstek, de variëteit van laat zomerstek in de bak, soms ook door zetten op eigen wortel.
H.p. var. praécox REHD. wijkt van de soort af, doordat deze reeds in Juli bloeit met witte bloemen in meer gedrongen pluimen; bij de steriele bloemen zijn de kelkbladen smaller.