Gepubliceerd op 19-03-2019

Fráxinus L

betekenis & definitie

Es Bomen of hoge struiken met stevige, ronde, of kantige twijgen met grote eindknop; bladeren zomergroen, meestal geveerd en overstaand; bloemen 2-1-slachtig, in eind- of zijdestandige pluimen of tuilen, 4 kelk-, 2-6 kroonbladen, óf kelk- en (of) kroonbladen ontbrekend; 2 meeldraden;

vrucht gevleugeld, vleugel vaak aan de top uitgerand. Van dit geslacht zijn ongeveer 70 soorten bekend, waarvan vele bij ons winterhard; deze verschillen onderling in kleur der twijgen en knoppen, grootte en vorm, eventueel herfstkleur der bladeren, doch gelijken overigens zeer veel op elkander, meestal alle hoge bomen vormend met kaarsrechte stam en regelmatige, opgaande, afgeronde kroon. De meest opvallende bloeiwijze hebben de soorten, welke behoren tot de Sectie Ornus. Bij bijna alle soorten zijn kroonbladen aanwezig, terwijl de schors bij bomen op oudere leeftijd niet in kleine schubben verdeeld is; daarentegen zijn bij de soorten, behorende tot de Sectie Fraxináster de bloemen minder opvallend, zonder kroon-, soms ook zonder kelkbladen, terwijl de schors bij oudere bomen in kleine schubben is verdeeld. Alle soorten eisen veel licht en bijna alle een vruchtbare, kalkrijke, liefst leemhoudende bodem. Men kweekt de soorten van zaad, dat direct na het oogsten wordt uitgezaaid, of, evenals de variëteiten, door enten op de soort of op Fráxinus excélsior, terwijl zwak groeiende soorten of vormen op Fráxinus órnus worden geënt.

Overigens zie men bij de beschrijving.

A. Bloemen in eindstandige pluimen, gelijk met of na de bladontwikkeling . . . . Sectie Ornus I. kroonbladen aanwezig . . . . Subsectie Euórnus II. kroonbladennietaanwezig . . . . Subsectie Ornáster B. Bloemen vóór de bladontwikkeling, meestal in okselstandige tuilen . . . . Sectie Fraxináster III. bloemen met of zonder kroonbladen, met kelk; planten polygaam; hoofdbladsteel gevleugeld . . . . Subsectie Sciadántlnis IV. bloemen meestal zonder kroonbladen, met kelk; tweehuizig; hoofdbladsteel niet gevleugeld . . . . Subsectie Melioídes V. bloemen zonder kelk-en kroonbladen; soms een zeer zwak ontwikkelde kelk; tweehuizig of polygaam . . . . Subsectie Bumelioídes

< >