W.-China; 4-5 m.
Een zeer mooie sierheester voor grote groepen. Jonge twijgen dik, grijs-bruin, een weinig glanzend met veel wit merg; knoppen afstaand, zeer groot, vooral de bloemknoppen, glanzend rood-bruin, lang toegespitst, met twee knopschubben. Bladmerk zeer groot, schildvormig; jonge bladeren bij het ontplooien sterk blauw gekleurd; bladeren geveerd, met 13-25 kortgesteelde, eironde blaadjes; deze gemiddeld 6-12 cm lang, bovenzijde donkergroen, onderzijde blauw-groen, lang toegespitst, bladvoet afgerond of min of meer puntig toelopend. Bloemen Mei of Juni; in hangende pluimen, 2,5-3 cm lang, geel-groen, gelijken oppervlakkig op die van tomaten; vruchten 5-10 cm lang en 2 cm dik, augurkvormig, blauwberijpt, meestal enige bijeen.