Gepubliceerd op 15-03-2019

Crataégus orientális PALL

betekenis & definitie

Z.-Europa, W.-Azië; 7 m.

Synoniem: Cr.odoratíssima LINDL., Méspilus orientális POIR..

Twijgen blijvend grijsviltig behaard; bladstelen tot 15 mm lang, bruin grijsviltig behaard. Bladeren 3-6 cm lang, eivormig of lang-eivormig, 5-9-lobbig, lobben gaaf, alleen aan de top ingesneden of gezaagd, bovenzijde dof donkergroen, kort grijs behaard, onderzijde grijsviltig behaard.

Bloemen 1,5-2 cm in diameter in viltig behaarde schermvormige tuilen, met viltig behaarde teruggeslagen kelkslippen; vrucht ruim 1,5 cm in diameter, bijna rond, iets afgeplat, oranjerood getint, iets behaard, met 4-5 stenen. Deze soort vormt een brede struik of kleine boom met veel sterk gedoomde kortloten, en is opvallend door de sierlijke grijze bladeren en grote oranjerode vruchten.

C.o.var.sanguínea LOUD., synoniem: C.sanguínea SCHRAD., C.o.var. toumefórtii C.S. (niet te verwarren met C.sanguínea PALL.); bladeren met wat bredere lobben dan die van de soort; bloeit ook iets later, met wat kleinere bloemen; vruchten donkerrood met 2-4 stenen.

< >