W.-China; 30 cm.
Synoniem; C. horizontális var. adpréssa C.S..
Van voorgaande soort afwijkend door een meer kruipende groeiwijze, twij gen onregelmatiger vertakt, niet veervormig, soms kruipend en zich dan weder oprichtend, evenals vorige soort bladverliezend, doch van deze weer afwijkend door gegolfde bladrand, grotere bloemen en iets vroeger rijpende, grotere vruchten.
Bij bovenstaande hoogte kan deze struik een breedte bereiken van ruim 1 m; hij is dan ook zeer geschikt voor rotstuinen en hellingen.
Bladeren 7-16 mm lang, 5-12 mm breed, breed-ovaal met spitse top, gegolfde bladrand, bovenzijde dofgroen, kaal, onderzijde lichtgroen, eerst spaarzaam behaard, later kaal. Bloeit in Mei met rose bloemen, meestal 1-2, bijna zittend met iets behaarde kelk;
vruchten 6-8 mm lang, ovaal, helderrood, gewoonlijk met 2 stenen; echter spaarzaam aan de struik voorkomend.
C.a. var. praécox Bois et BERTHAULT, synoniem: C.praécox HORT. VILM., C.a. „Nan Shan”. In groeiwijze het midden houdend tussen beide voorgaande soorten, opvallend door de tamelijk grote bladeren, bloemen en vruchten, voor rotstuinen zeer aanbevelenswaardig.
Laagblijvende struik met kruipende of horizontaal afstaande, onregelmatig vertakte twijgen, tot ruim 1 m breed wordend, eerst dicht geelbruin behaard, later kaal; bladeren 12-20 mm lang, 8-12mm breed, ovaal, zeer kort gesteeld, bladrand iets gegolfd, bovenzijde glanzend donkergroen, kaal, onderzijde lichtgroen en alleen jong zijnde langs de bladrand en hoofdnerf behaard, in het najaar mooi rood verkleurend en afvallend.
Bloemen rosé, groter dan die van de soort, alleenstaande of 2 bijeen; kelk behaard; vruchten 8-12 mm lang, helderrood met 2 stenen, in September rijp wordend.
C.a. „Little Gem” HORT., synoniem: C.horizontális var. „Little Gem”, heeft iets kleinere bladeren dan de soort en vormt een dicht vertakt, kussenvormig struikje.